zondag 2 oktober 2011

Miel béton

Betonhoning, dat is hoe de Fransen hun stadshoning liefkozend noemen. Ik betwijfel of dit koosnaampje de stadshoning meteen geliefder maakt. Maar wáár vinden die bijen in ’s hemelsnaam hun voedsel? De verwondering dat die insecten nectar vinden in een zogenaamde betonwoestijn blijft ook bij menig Gentenaar bijzonder groot.


blije bijen oogsten een betonwoestijn ((c) Karl Van Ginderdeuren)


De haaldrift van onze bijen bewijzen dat er in Gent nog redelijk wat bloemen te oogsten vallen.
Waar ze dan precies naartoe gaan, luidt de volgende vraag steevast. Overtuigd geef ik dan een omstandige uitleg. Natuurlijk gaat een imker niet achter zijn bijen aanhollen en eigenlijk heeft hij dus amper een benul waar zijn half miljoen huisdieren hangen rond te zoemen. Ook ik niet dus.
Nochtans was het heel lang geleden, in de tijd van de honingjagende mens vaak omgekeerd: die zag ze wel vliegen maar wist niet waar het bijenvolk zich ophield.


De slimmeriken lokten de bijen naar witte tarwebloem die dan aan hun harige lijfje bleef kleven. Het witte projectiel was veel makkelijker te volgen en zo kwam men de honing op het spoor. Deze techniek heet ‘coursing’; Als je me dus met een zak tarwebloem achter een bij aan ziet hossen, dan weet je hoe laat het is. En laat me gerust weten wanneer je een wit bijtje ziet…

Imker is het tweede oudste beroep ter wereld – hiëroglyph voor imker


De oudste imkers waren dus eigenlijk honingjagers. Het domesticeren van bijen ging hand in hand met het ontstaan van landbouw, zo’n 10.000 jaar geleden. Het sedentair worden heeft hier en daar intussen monstrueuze vormen aangenomen maar ook in die ontstane betonwoestijnen worden nog steeds bijen gehouden. Van bijenhouderij wordt gezegd dat het het tweede oudste beroep ter wereld is. Maar ’t bloed kruipt waar het onkruid niet vergaat. Of zoiets.

woensdag 7 september 2011

Septemberzwerm?!

Als de tot nu toe ietwat onzichtbare imker van Apicula heb ik net enkele bewogen (bijen)dagen achter de rug; Liesbeth zit voor enkele dagen in het buitenland en ik ging nog wat bijentaakjes afwerken. Zondag leek alles in het begin nog netjes volgens plan te verlopen: de bijen hadden de laatste geslingerde honingzolders netjes uitgelikt dus kon ik ze zonder problemen ophalen en het hele handeltje goed ingepakt stockeren bij vrienden met wat meer plaats. Thuis gaan er nog enkele potjes honing de deur uit en rond een uur of zes ligt een rustige zondagavond in het verschiet. Tot de telefoon gaat…ZWERMALARM... er is een zwerm gesignaleerd aan de vensterbank van een appartementsgebouw in de Patijntjestraat.



Het zwermpje, de voorbereiding en hulp van de zwermvinder Andreas en het zwerm 'scheppen'

Een zwerm is nu niet meteen wat een imker verwacht in september. Juni is de zwermmaand, in juli kan het gebeuren dat je er per uitzondering nog eentje mag gaan scheppen maar vanaf half augustus slaapt de imker al lang op zijn twee oren. Er valt maar weinig voedsel meer te rapen, de koningin gaat in een trager tempo eitjes leggen , het mannelijk deel van de bijenpopulatie wordt afgeslacht en de eerste winterbijen worden geboren. Allemaal signalen dat de de bijen zich voorbereiden op de winter.

Maar hier had een over optimistisch volkje dus toch nog de (over)moed gehad zich in twee te splitsen. Een groot risico, aangezien de tijd om nog een nieuw huis op te bouwen met raten, honing èn winterbijen wel heel kort, zoniet onmogelijk dreigt te worden.

Al deze bedenkingen schieten me door het hoofd tot ik besef dat ik maar beter de fietskar vol kan laden en vertrekken. Het is al valavond wanneer ik de patijntjestraat bereik. Een klein bolvormig zwermpje hangt er aan de vensterbank. Mijn kennis van ‘zwermen scheppen’ is uitsluitend theoretisch, maar theorie en praktijk lijken vrij goed in mekaar over te gaan, alleen duurt het –volgens aloud bijenadagio- wat langer dan gedacht. Met een dikke rechterhand (yes, indeed) krijg ik ze hermetisch afgesloten. Op weg naar de Vooruit begint het te gieten. Acht etages hoger overschouw ik –hijgend- ‘Ghent by night’ en... blijken het dak van twee kasten ernaast te liggen in plaats van erop. Hoge daken vangen veel wind. Ik red wat er te redden valt. De stoere najaarszwermers krijgen een nieuw huisje, al zal dat niet voor heel erg lang zijn.



De nieuwe woonst voor de zwerm (bovenaan) toegevoegd aan een bestaande kast (onderaan) met de krantenpapiermethode



’s Anderendaags voeg ik hen bij een andere kast om die te versterken. Dit gaat volgens het imkersrecept als volgt: neem het deksel van kast 1, plaats één vel krantenpapier in de plaats en zet kast 2 erbovenop. De bijen bijten het papier gaandeweg open, de geur van de inkt zorgt voor voldoende geurverwarring en de twee volken raken mekaar gewoon. De zwakste koningin wordt (meestal vrij snel) geliquideerd. Op hoop van zegen.


Kasten op de Vooruit; vanaf nu beschermd tegen stormweer...


Intussen baart het stormweer me zorgen; voor de zekerheid alle deksels met stenen verzwaard; een verwittigd imker is er twee waard. Apicula is er ook twee waard: binnenkort weer met zijn tweeën aan de slag.

woensdag 31 augustus 2011

Darrenslacht


Het klinkt als een of andere veldslag tijdens de Tweede Wereldoorlog... De darrenslacht is het teken dat het bijenseizoen op zijn eind loopt en onze dames zich aan het voorbereiden zijn op een gezellig winteronderonsje... zonder mannen.

In de bijenkast heb je drie verschillende soorten bijen:
  • Hare majesteit madam de koningin, die de hele godganse dag eitjes legt
  • Een paar tienduizend werksterbijen 
  • En van het voorjaar tot de late zomer de darren, die dikke, brommende en ietwat lompe mannetjesbijen die er enkel zijn in het geval er ooit eens een koningin moet worden bevrucht, maar het grootste deel van de tijd vooral lui zitten te wezen en zich laten vol steken met kostbare honing.
Van het voorjaar tot de late zomer dus...

Daarna breekt de periode aan voedselbronnen schaarser worden en onze amazones niet meer geneigd zijn die nietsnutten zomaar te voederen. In die late zomer gaan onze dierbare darren niet vanzelf dood, maar worden ze daarbij een lustig handje geholpen door hun zusjes.

De werksterbijen drijven de darren de dan ijverig de kast uit. Door de kou en gebrek aan voedsel, geven die er het loodje aan. En als ze durven weerstand te vertonen, nemen de kleine werksterbijen de grotere darren zonder problemen in een dubbele nelson om ze van de vliegplank af te gooien.

Hieronder de darrenslacht in volle actie

























vrijdag 19 augustus 2011

Les 2 (telefonisch): hoe vang ik een zwerm?

Elke imker krijgt er vroeg of laat wel eens mee te maken: een zwerm. Het woord op zich klinkt al poëtisch.

In feite is een zwerm de echte voortplanting van een bijenvolk: de bijen worden zodanig talrijk dat de geurstoffen van de koningin niet meer alle bijen bereiken. Het volk wordt 'zwermdriftig': ze dwingen de koningin enkele eitjes te leggen in speciale traanvormige cellen. Nadat het eitje een larve is geworden, krijgt het drie dagen supervoedsel en worden de koninginnencellen afgesloten. Een deel van de bijen slurpt zich vol honing en hare oude koninklijke hoogheid onderneemt de tweede vlucht uit haar leven met een deel van het volkje om een nieuwe kolonie op te starten, terwijl de nieuwe koningin de oude kolonie overneemt.

Voor een imker betekent dit een gemakkelijke manier om een nieuw volkje te verkrijgen (als hij zijn zwerm te pakken krijgt) en/of een verlies van een deel van zijn honing, omdat de vertrekkende bijen ermee aan de haal gaan.

Het zwermschepnet lag dus al een tijdje klaar, voor het geval een oproep zou komen. En ergens begin juli leek het eindelijk zo ver: de paters Karmelieten uit de Burgstraat zaten met een zwerm. In een handomdraai werd alle imkermateriaal bij mekaar gepakt en een kwartier later stonden we in de prachtige abdijtuin te kijken naar...een wespennest.

Twee dagen later volgde opnieuw een mailtje: in een oude compostbak in Mariakerke zat een bijenzwerm. Volgens de eigenaars van de compostbak zaten er raten in, dus waren we er deze keer van overtuigd dat we er een volkje bij hadden. Maar eenmaal ter plaatse bleek het te gaan om...een hommelnest.

Toen mijn zus enkele dagen later belde dat er een bijenzwerm in haar tuin zat, was ik niet onmiddellijk overtuigd, maar haar beschrijving 'een bolvormige tros met heel veel bijen in een boom', deed alle twijfel wegsmelten.




Alleen ligt de Westhoek niet naast de deur en zij kwamen de volgende dag toch richting Gent...

"Zus, [ik heb dit zelf nog nooit gedaan en weet het alleen van horen zeggen, maar dat zeg ik hier even niet], het is helemaal niet zo moeilijk. De bijen zitten vol honing en zijn dus niet zo agressief. Je zorgt gewoon dat je met zijn tweeën goed bent ingepakt, dan houdt de ene een doos onder de zwerm, terwijl de andere een flinke duw aan de tak geeft, en normaalgezien vallen ze dan mooi in de doos. En als je maar een deeltje hebt, maar de koningin zit erin, dan volgen de anderen wel vanzelf."

Zo gezegd, zo gedaan...Ik hoorde anderhalf uur niets, maar daarna volgde het bericht dat het was gelukt en de volgende dag kwam de zwerm aan in Gent, samen met de foto's...




dinsdag 16 augustus 2011

Kiekeboe

© Karl Van Ginderdeuren

Stadsimkers waren even op fietsvakantie...


... maar vliegen er nu weer in.

Binnenkort weer nieuwtjes over honing oogsten, honing inpotten, zes verdiepingen suiker slepen en lessen 'zwermen vangen' over de telefoon...

zondag 10 juli 2011

Houd de dieven!

Elke keer wanneer je het deksel van de kast licht, hangt er wat spanning in de lucht. Want in de tijd tussen de vorige en deze keer, is het volkje natuurlijk r/lustig zijn gang gegaan en tien dagen zijn een paar bijendecennia...

Zijn ze nog goed bezig?
Of misschien te goed...misschien zijn ze met te veel en willen ze gaan zwermen?
Hebben ze nog genoeg stuifmeel?
Waar zit het broednest?
Hebben ze te veel of te weinig plaats in de honingzolder?
En vooral: zijn er verse eitjes, want dat betekent dat de koningin er nog altijd is...

Bijen houden is een oefening in leren lezen en soms hoef je zelfs de kast niet open te doen om te weten dat het (niet) goed is...

Een eerste lezing gebeurt op de vliegplank en het vlieggat...


Is er beweging en in welke richtingen gaan die?
Een bij kent haar kast, en als ze terug komt van een haalvlucht, zie je haar meestal van een drietal meter hoogte gezwind landen op haar eigen vliegplank. Aan de ingang wordt ze besnuffeld door de poortwachters en als ze iets mee heeft, mag ze zonder problemen naar binnen.

Vluchtjes van de ene kast naar de andere, zijn niet normaal...

Een tweede lezing gebeurt op de varroaplank: vele kasten hebben onderaan een gaasbodem, met daaronder een lade waarop je kunt 'lezen' wat er door die gaasbodem valt:
Het aantal dode varroamijten zegt iets over de gezondheid van het volk.
Hier en daar ligt een verloren brok stuifmeel, of wat poten en vleugels
En soms liggen er heel veel waskorrels, wat betekent dat de honingvoorraad plots is aangesproken...ofwel hadden ze plots grote honger, ofwel hebben rovers de kast geplunderd...



Rovers?

In periodes met veel bloei, komt roverij amper voor, want de nectar kan niet snel genoeg binnen komen. Dit verandert snel als er weinig of niets te oogsten valt. Wanneer ze technisch werkloos vallen, draaien sommige volken er hun pootjes niet voor om om te gaan stelen bij de buren. Kleine, zwakke of zieke volken zijn dan gemakkelijke slachtoffers.

Vrijdag twee van de drie opstartende kasten op de Vooruit bijna leeg teruggevonden. De derde aflegger had zich wel gehandhaafd tegen de 'grotere' kasten.

Van de twee grote kasten, was er eentje opvallend vol (de rovers!), terwijl de andere wel met genoeg bijen zit, maar niet overloopt van de honing...  Waarschijnlijk was er een plotselinge val in de dracht...

Jammer voor de bijtjes, en voor de imker die het volgend jaar al met twee volkjes minder zal moeten doen. Aan de andere kant een typisch voorbeeld van 'survival of the fittest' en gelukkig is er toch een kleine David die het is gelukt om een reuzenroversaanval af te slaan.

woensdag 6 juli 2011

Waar honing is...

Deze week een paar keer gedacht om samen met de bijen in de kast te kruipen... aandacht voor de bijen is de max, maar ‘k had niet verwacht om er zelf ook zoveel te krijgen.

Bovendien zijn de bijen de honingmakers, en heb ik er de laatste weken meer over gebabbeld dan er eigenlijk aan gewerkt.

Lang leve de bijtjes dus!

(Bij nader inzien toch maar uit de kast gebleven,  met de bedenking dat zij mijn aanwezigheid waarschijnlijk net zo hard op prijs zouden stellen als ik hun onverdeelde, stekelige aandacht)

Ondertussen was de eerste honing een maand geoogst en klaar om te potten.  Plakken deed hij al, nu nog enkele dagen wachten tot de etiketten hetzelfde doen.


Zaterdag vanaf 10u  Gentse honing in Spinnerstraat13 in de Brugse Poort.

De eerste oogst is bijna volledig gereserveerd, maar geen nood… eind juli slingeren we een tweede keer en vanaf 13 augustus is die te verwachten...

donderdag 23 juni 2011

Bijenwolk

in goede en kwade dagen

Een krantenartikel, enkele fikse regenbuien, drie koninginnen, een bijenslagveld en een dikke steekvinger later…
Elk volk heeft zo zijn eigen karakter. Het ene is als een dieseltrein, dat maar heel traag op gang komt en dan plots van geen stoppen weet. De andere klitten het kleinste gaatje dicht met propolis, zodat je bij elke controle de helft van de kast moet openbreken. Nog andere zijn bijna aaibaar. En dan zijn er die kasten waarbij het zweet je uitbreekt als je nog maar denkt aan het feit dat je ze de volgende dag gaat open maken…ze ruiken je al van 30 m afstand (en nee, niet van dat zweet van gisteren want je hebt ondertussen al gedoucht) en beginnen massaal rond je hoofd te zoemen. Zodra het deksel van de kast gaat, stijgt het gezoem tot onheilspellende hoogtes en voor je ’t weet, zoeken ze dat plaatsje waar je sokken het dunst zijn en planten ze in ware kamikazestijl hun achterwerk in je enkels.
Bijen hoeven voor mij niet mak te zijn, maar als enkele van mijn volken zo aanstekelijk zijn, dan moet daar iets aan veranderen. In dit geval is dat ‘iets’ de koningin: zij en zij alleen is de drager van alle erfelijke materiaal van het volk, en dus ook de karaktereigenschappen ervan.
De koningin is de enige madam in de kast met ontwikkelde eierstokken. Eenmaal ze uit haar traancel is gelopen,



gaat ze kort daarna op bruidsvlucht: in volle vlucht paart ze met een vijftiental darren. Voor de darren is dit niet minder dan een salto mortale want telkens er eentje zijn ding heeft gedaan, trekt hij zich terug, waarbij zijn hele mannelijkheid wordt afgerukt. ’t Is een ware amazone, ons koninklijk madam.

Eenmaal haar zaadzakje vol is, keert ze terug naar de kast en afhankelijk van dat genetisch materiaal, is het karakter van je volk anders.
Omdat ik zat met een drietal wel heel stekelige kasten, had ik bij een collega imker enkele zachtaardige koninginnen besteld. Die zijn geweekt in zachtaardige volken en hebben gepaard met darren uit zachtaardige volken.
Zaterdag de regen getrotseerd om de koninginnen op te halen; waarna ik ze al een dag in de kast  liet hangen om de nieuwe koninginnengeur te verspreiden.

Zondag koninginnendag… men zoeke de oude koningin in, men brengt de nieuwe koningin in op zo’n en zo’n manier en klaar… zo zegt het kookboek van de imker.
In de realiteit gaat dat zo: men is negen uur aan een stuk bezig in drie kasten. De eerste twee lukken nog redelijk maar in die derde blijft men maar zoeken naar die ongemerkte rosse teef op een kast die overloopt van de bijen en men heeft ze nog niet. Ondertussen zijn twee kamikazemadammen erin geslaagd om aan de verkeerde kant van het pak te zitten en hebben er drie door de leren handschoenen hun angel geplant in dezelfde vinger, waarna die toch lichtjes onbeweeglijk wordt.
Waarna je de handschoen in de ring gooit, en een nieuw kastje opstart met ‘de brave’, in de hoop dat je de twee ooit kunt verenigen en dat ‘de goeie’ dan mag winnen.

donderdag 9 juni 2011

Honing

Maar waarom doen jullie dat eigenlijk, bijen houden?
Net alsof ik iemand zou vragen waarom hij of zij nu eigenlijk gaat surfen, postzegels verzamelt, of vogels gaat kijken. Passie en rationaliteit zijn dingen die nu eenmaal niet zo goed samen gaan.
En dan is er natuurlijk het slingeren van de honing. De spanning die je voelt wanneer je de loodzware kasten eraf haalt

de geur van was, propolis en honing 

diezelfde geur die bij het openrijten van de wasdeksels eerst aan je handen plakt, dan aan je haar en vervolgens aan alles.

Het zachte slingergeluid en het nog zachter kletteren van de honing tegen de wand van de slinger.


En eenmaal alle ramen van een locatie zijn geslingerd, dan mag de kraan open, en wat je ziet is letterlijk vloeibaar goud.

En lekker dat dat is!
Nu nog een aantal weken roeren en laten afrijpen en vanaf dan is de honing te verkrijgen in de Spinnerstraat...


dinsdag 31 mei 2011

Zal de stad de bijen redden?


Zondag 5 juni om 14 u in de St-Baafsabdij.
Meer informatie op: http://www.burenvandeabdij.be/zal-de-stad-de-bij-redden/

In b(l)ijde honingverwachting

Donderdag slingerdag!

Maar voor we met die blije plakkerige zwengelboel kunnen beginnen, moet er nog een en ander gebeuren.
Het slingermateriaal wordt uit alle hoeken tevoorschijn gehaald en afgewassen: slinger, grote en kleine zeven, voedselemmers, wasdekselschrapers  en al de rest om dat vloeibaar goud uit de raten te halen.
Bijen zitten ook niet echt te wachten op de imker die hun schatkist komt plunderen, en om al te veel verdedigingsaanvallen te vermijden, is het handig dat de honingzolder niet vol bijen zit wanneer je die weghaalt. Daar zorgt de ‘bijendrijver’ voor:  tussen de honingzolder en de broedbak komt een labyrinth. Omdat de bijen zich af en toe in ’t parfum van madam de koningin willen wentelen, dalen ze af naar de broedbak en ze vinden wel een weg uit het labyrinth, maar raken er daarna niet meer terug in. Zo hoef je na twee dagen maar enkele tientallen bijen van de honingramen te schudden, in plaats van een paar duizend.





donderdag 19 mei 2011

Alarm!





Stel je voor...

Je zit met heel je volkje gezellig in het donker
lekker warm, een graad of 35
de kast geurt heerlijk naar een mengeling van 't parfum van madam de koningin, propolis, was en honing
en iedereen voert in een rustige naarstigheid zijn werk uit

En plots...

kuch reutel reutel,
wordt er een vlaag stinkende rook naar binnen gespoten,
het licht gaat aan, veel te fel
de kou stroomt binnen, honingramen worden opengereten door de wrijving en af en toe krijg je een flinke stoot door die lompe imkertrien die onze zorgvuldig dichtgeplakte ramen niet meteen loskrijgt.

Hoe zou je zelf zijn... tieren, dreigen en scheten laten van de schrik?

Inderdaad...
het gezoem stijgt, de poepkes gaan dreigend de lucht in en alarmferomonen worden verspreid.

Dat is wat er op dit moment elke week gebeurt, en dat is niet leuk... niet voor de bijen en niet voor de imker. Aan de andere kant is bijen houden in de stad niet hetzelfde als op het platteland en kun je je zwermen niet zomaar laten vliegen of er op onmogelijke hoogtes achteraan hossen. Dus is het zoeken naar een evenwicht en dingen uitproberen.


Het tweede Werk van Barmhartigheid

Werksterbijen doorlopen in hun -zesweekse- leven een heel takenpakket.

Eenmaal een bij is 'geboren' (of liever het wasplaatsje kapot knabbelt, totdat er plots twee voelsprieten en een grijs bijtje naar buiten komen) gaat ze op schooi naar wat nectar om op krachten te komen.

En vanaf dan begint haar blitzcarrière:

In de eerste drie weken evolueert ze van poetsvrouw naar kinderverzorgster, daarna wordt ze metselaar, rekkenvuller en buitensmijter.

Veel werkervaring, polyvalent en multifunctioneel en dat doet ze dus bovendien nog eens allemaal uiterst efficiënt en effectief...de codewoorden en de natte droom van elke Vlaamse werkgever.

De volgende drie weken strekt ze haar vleugels uit en gaat ze op zoek naar nectar, stuifmeel, propolis en water. Vooral dat laatste vraagt veel energie en daarom is het goed voor het bijenvolk wanneer er een waterbron in de nabijheid is.

In Gent aan water geen gebrek, maar tot nu toe hadden we er geen idee van hoe en waar de bijen water gingen zoeken. Tot er plots honingbijen werden gesignaleerd in de vijver van het Pierkespark.


De algen in de vijver zijn verzadigd van water en zorgen ervoor dat ons madammen zonder verzuipingsgevaar hun dorst en dat van de rest van de kast kunnen lessen.

In imkertaal is dit de bijenkroeg, nu ook nog een imkerkroeg in de Bruugse Puurte.

vrijdag 6 mei 2011

werk(st)erbijen


'k heb mijn wagen volgeladen

Miserie² opgelost (hopelijk)

Toen ik vorige week eindelijk de koningin had gevonden in het dak op de Vooruit, en haar zachtjes weer zag worden opgenomen door haar hofhouding, leek alles in orde. Bij het nazicht van de kast deze week, zag ik weeral geen verse eitjes of larfjes in de broedkamer. Waar was madame nu weer naartoe? Toen ik nogmaals door de honingzolder ging, zag ik wel veertien koninginnendoppen.


Hadden die missies nu hun koningin toch wel niet gemold zeker? Trutjes toch. En dat allemaal omdat de koninginnenrooster bij de installatie van de kasten op de Vooruit pas drie dagen later tussen de broedkamer en de honingzolder zou worden geplaatst.

De koninginnenrooster is een rooster waar de koningin met haar achterste vol eitjes niet doorheen kan, terwijl alle andere werksters er probleemloos tussen kruipen om de honing in de honingzolder te stockeren. Maar als je die te laat inbrengt, dan heb je tot weken daarna miserie. Zoals nu dus : )

Als ik al die doppen zou laten zitten, betekent dit minstens enkele zwermen, wat betekent een heel deel bijen kwijt, net als de honing waarmee ze zich volzuigen voor hun vertrek en ook nog eens achter een zwerm aan hossen.

Maar met enkele ingrepen is nu hopelijk alles ok en hebben mijn madammen binnen een tiental dagen ook hopelijk een nieuwe oppermadam.

maar daarover later meer

straf

ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.
ik zal nooit meer de koninginnenrooster vergeten.

donderdag 28 april 2011

Gent-Sint-Biekes

Enkele van de bestaande kasten leken al overbevolkt en tegelijk konden we niet meer draaien of keren in ons overvolle miniepiephuis...bovendien blijken èn de Gentse daken èn hun eigenaars nogal bijwillig... een nieuwe uitbreiding!


Reinout zorgde voor een wreed schoon plat dak in de buurt van Gent-Sint-Pieters, een nog wreder schoon welkomstcomité en bubbels.


En afleggerkastjes?

Voor een aflegger op grootmoeders wijze neme men:

een pollepeltje jonge werksterbijen
een weinig uitlopend broed (bijen die uit hun cel breken na het popstadium)
een raam met verse eitjes
enkele voedselramen
een raam met water
en een leeg raam

de rest wordt opgevuld met oude lappen stof (in dit geval was 't rood fluweel ; )

En nu maar hopen dat daaruit tegen volgend jaar een nieuw volkje groeit...

My kingdom for the queen bee

Het oorspronkelijke idee was eigenlijk traag groeien. En dan 'spring' je en voor je 't weet staat je minipiephuisje vol torens bijenkasten, jijzelf in  de krant, plakken je kleren vol met verf die eigenlijk aan die kasten moest hangen, en plakken de overblijvende stukjes kleren vol met bijenwas, honing en dode kamikazebijen.

Het kasten controleren lijkt ondertussen op een 'tour de Gand': fietskarretje laden (en altijd wel iets vergeten), een trappenbeklimming tot de hoogste verdiepingen en even genieten boven op de top, vooraleer je met de handen tussen de bijen duikt.

'Werken' aan de bijen houdt in dat je regelmatig nakijkt of de kast het wel goed doet: op hoeveel raampjes zitten er bijen? Vinden ze genoeg stuifmeel? Is de koningin nog aan de leg? En hoe vol zit de honingzolder?

Toen ik de kasten op de Vooruit ging nakijken, bulkte het van het stuifmeel en de honing. Alleen merkte ik na een tijdje dat het broednest wel vol zat met afgesloten broed (dit zijn de bijen die zich in een popstadium bevinden), alleen zag ik geen verse eitjes of larven, wat eigenlijk moet en wat dan zou betekenen dat de koningin er zeker tussen zit.

Paniek! Zou ik ze de vorige keer hebben geplet tussen een raam? Of zou ze al zijn gaan zwermen? Maar dan zou er toch minstens een koninginnencel moeten zitten.

Na alle ramen in de broekast nog eens te hebben nagezien, toch maar eens gekeken in de honingzolder. Normaal kan de koningin daar niet in, want ze raakt met haar dikke achterste niet door de koninginnenrooster. En oeps, zitten daar nu toch geen vier honingramen vol met verse eitjes en larven?
't Was even zweten, daar boven op het dak en zoeken naar de koningin in een bijenberg.



Maar na heel lang zoeken heb ik haar gevonden, en na een kortstondig verblijf in een luciferdoosje, heb ik haar langs de 'voordeur' naar binnen gelaten... Even durfde ik niet ademen, want als de bijen in gevaarstemming zijn (en dat waren ze wel na al mijn geroefel), bestaat het risico dat ze de koningin gaan 'inballen'. Ze vormen een bal bijen, die zodanig dicht op elkaar zit, dat ze de koningin verstikken.

Maar ik kon rustig terug uitblazen: de koningin kreeg een hoffelijke ontvangst, waarna ze door haar werksters rustig naar binnen werd gedragen, en ik de kast met een gerust gemoed weer kon sluiten.

dinsdag 26 april 2011

En Provence il y a aussi des abeilles...

'Stadsboeren' betekent onder andere dat je niet langer dan een week weg kunt van je erf, maar vier dagen Provence kan nog net lukken, al mag je niet denken aan de kasten die staan te wachten op een laatste likje ecologische verf, de inox draad waarmee de raampjes moeten worden bespannen en de waswafels die daarin moeten worden gesmolten, laat staan aan de afleggers die dringend moeten worden gemaakt.

Raampjes,waswafels en afleggers? Elke ambacht zijn eigen vocabulaire...

Om de heimwee (en het schuldgevoel) wat af te bouwen, zijn we dan maar een praatje gaan maken met de naburige imker.

Hij heeft een dertigtal kasten, waarmee hij gaat reizen. De lavendel is daar een van de voornaamste drachten. Die geeft heel lekkere honing -een beetje korrelig weliswaar- maar heeft wel als nadeel dat de koningin om een of andere onverklaarbare reden stopt met eitjes leggen, waardoor er geen nieuwe bijen meer worden aangemaakt. Als je als imker dus niet tijdig ingrijpt, verzwak je je volken.

Maar ook op deze onbekende heester, met piepkleine roze bloempjes die naar niks ruiken, leken de bijen dol...

donderdag 21 april 2011

les 1: laat uw roker niet thuis staan

Kasten rondzetten in de stad is een ding, maar dan moet je er ook aan denken om alle materiaal altijd en overal mee te hebben.

: )

Gisteren, volle middag en in de stralende zon op een dak in de Burgstraat. Alle materiaal naar boven gesleept, pak aan, tabak bij en op het moment dat ik die wil aansteken, merk ik dat een essentieel instrument nog thuis staat...


...de beroker. Dit spacy ding is redelijk essentieel als je de bijenkast opendoet en daar een klein uurtje in staat te roefelen.

Een van de manieren waarop bijen communiceren, is via geurstoffen. Op het moment dat de kast wordt verstoord, begin de bijen een 'alarm'-geur te verspreiden, dat de hele kast aansteekt. Het gezoem gaat omhoog en er wordt een aanvalsoffensief ingezet tegen de indringer: de verdedigende werksters beginnen rond je hoofd te cirkelen en met hun poep vooruit te zoeken naar een plekje huid waar ze hun angel in kunnen achterlaten. En die angel verspreidt nog een veel sterker geursignaal dat zegt 'hier steken!', waardoor deeltjes van je pak, je handschoenen of -met een beetje pech- je vel na een tijdje een cactuseffect verkrijgen.

Met een beroker kun je dat ietwat beperken door die signalen te verstoren met rook... maar dan mag die natuurlijk niet thuis blijven staan

maandag 18 april 2011

En de boekentoren deed ons verder dromen...

... bij het schilderen van de nieuwe kasten

Vooruit met de bij!

Een van de eerste daken die we in het vizier hadden, was de Vooruit: een Gents symbool met een vermoedelijk serieuze dakoppervlakte en dat binnen vliegafstand van drie Gentse parken.

Zouden de mensen van de Vooruit het misschien heel eventueel zien zitten om een paar bijenkastjes op het dak te houden?

Het begon met één mailtje, daarop volgden er nog heel wat over en weer en het enthousiasme groeide, zowel bij ons als bij de Vooruit. Een dakverkenning toonde een droomlocatie en toen verklaarden ook de leiding èn de buren van de Vooruit het luchtruim voor geopend.



Vanmorgen dus een megacamionette gehuurd, waarmee we de bijen gingen ophalen in Wortegem-Petegem. Aan de Vooruit stond een welkomstcomité, waarna de kasten werden verhuisd via de lift, de theaterzaal en dan nog enkele labyrinthische trappen tot...eindelijk


...het Gentse luchtruim!

Marijn zette nog de honingzolders op de kasten, zodat ze wat ruimte krijgen om te vullen.

©Reinout Hiel

Het weer kon niet beter, de Japanse kerselaar staat in bloei en de logistieke ondersteuning was gewoonweg onovertreffelijk. De imkers waren meer dan tevree (en vooral opgelucht dat de kasten zonder ontsnapte bijen boven zijn geraakt)

imkervrouwtje en imkermannetje                        ©Reinout Hiel

Woensdag volgt dan de eerste controle om te zien of ook de bijen wat zijn bekomen van hun reis.

zondag 17 april 2011

De bijtjes





De imker



De eerste uitbreiding!


Zondag 3 april 2011. Bestaat er een betere plaats om bijen te plaatsen dan op het dak van een ontbijthuis in hartje Gent? De tuin van de zwer(m)vers, Le jardin bohémien: zelfs de naam klopt als een bus. Honing van het dak naar de boterham. Kan het mooier? Dat bijen kindvriendelijk zijn (en kinderen bijvriendelijk) mochten we meteen ervaren.