maandag 24 september 2012

over dingen die vliegen en dingen die plakken


De bijtjes hebben de laatste maanden veel gevlogen, net als het seizoen en de tijd. Daartussen ergens is de honing geslingerd, geroerd, gepot en geplakt geraakt.

stadshoning oogsten met vrij-willige vrienden


De werksterbijen hebben de darren buiten gekegeld (darrenslacht), alle suiker netjes opgeslagen in de raten en vliegen op droge en warme dagen nog uit om de laatste stuifmeel en nectar te gaan zoeken. En de koningin begint veel minder eitjes te leggen. Allemaal tekenen dat de zomer voorbij is en de bijen binnenkort in wintertros gaan.


honing potten!

Het enige wat er nu nog te oogsten valt, is een nogal speciaal goedje. 't Is bruin en 't plakt, 't smaakt verschrikkelijk en 't is goed voor alles, iedereen en nog wat.

Mag ik u voorstellen...

(tataratatataaa)

... propolis

pro-poliV is Grieks en betekent letterlijk 'voor de stad' of 'voor de gemeenschap'. Het bestaat uit hars die bijen gaan halen van verschillende boomsoorten. Omdat de winter voor de deur staat, worden alle kieren die wind of koude binnenlaten, volledig dichtgemaakt.
Maar propolis werkt tegelijk ook ontsmettend en zorgt ervoor dat de kast gezond blijft. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat muizen de broedkast binnendringen op zoek naar honing. Die grote indringer wordt dan weliswaar deskundig doodgestoken, maar zo'n 'groot' beest krijgen die kleine bijen niet zomaar uit de kast geduwd. Vaak gaan ze dan de dode indringer mummificeren met propolis, zodat die niet gaat rotten in de kostbare voedselvoorraad.
Ook voor de mens is propolis heel nuttig, want het blijkt de enige gekende stof die zowel werkt tegen virussen (virale infecties), tegen bacteriën (ontstekingen) en tegen schimmels. Sommige imkers kauwen op stukjes propolis, wat hen bruine tanden en een sterke weerstand geeft, maar meestal vind je propolis terug in siropen en tincturen.
Een miraculeus goedje dus, alleen jammer dat het zo ontzettend afgrijselijk smaakt.

donderdag 14 juni 2012

Exceptionalibees

Je hoeft nog niet lang imker te zijn om uitzonderlijke dingen mee te maken: vorig jaar een uitzonderlijke mooie lente, dit jaar een uitzonderlijke slechte, met uitzonderlijk helemaal geen honing maar wel uitzonderlijk veel vraag ernaar.

En ik maar uitleggen aan de bijen wat de wet van vraag en aanbod is. Altijd al geweten dat er iets schortte met dat kapitalisme.


Ondanks de vele afleggers (= opsplitsingen) die we dit voorjaar hebben gemaakt, met uitzonderlijk goede hulp van beginnende imkers, zijn we dus meermaals op uitzonderlijke plekjes mogen komen om  uitzonderlijk veel zwermen te scheppen: vanuit een oude boom op 3 m hoogte in een prachtige tuin in het centrum van de stad tot de dakterrassen van het rectoraat. Je zou voor minder beginnen imkeren.

En af en toe krijg je ook nog eens een uitzonderlijke vraag, om bijenzwermen uit nestkastjes te komen halen...en daar dan een uitzonderlijk schattig hommelnestje te vinden en er uitzonderlijk stil van worden en ze laten zitten.


Nu alleen nog uitzonderlijk hard duimen voor een uitzonderlijk mooi weer en een nog meer uitzonderlijke zomeroogst.

vrijdag 11 mei 2012

Ontploffing van een meidoorn


Godendrank

Mede of ambrozijn stond zowel bij de oude Grieken, Egyptenaren als Scandinaviërs bekend als dè godendrank bij uitstek. De honingdrank zou geesten doen gisten en zo de wijsheid bevorderen.

Je zou voor minder gaan brouwen...

De wassmelter leverde vorige week niet alleen 'goudklompjes' op, maar ook een zestal liter honing. Die was nog aan de wasdeksels blijven plakken. Alleen kan honing die werd opgewarmd boven de 40 graden, enkel nog dienst doen als zoetstof, want alle 'goede' eigenschappen zijn eruit verdwenen en hij blijft ook vloeibaar. Geen honing dus om op je boterham te smeren...

Maar omdat je niet altijd peperkoek kunt bakken, begon de zin om mede te brouwen op te borrelen...

Eerst laat je de honing aangelengd met water borrelen op het vuur,
daarna de wijngist en wat zuren erbij en nu mag de mede een jaar lang staan gisten...

we zien hoopvol uit naar zoveel opborrelende wijsheid...




dinsdag 1 mei 2012

Geen weer...

...om een bij door te jagen, dat was wat de voorbije weken meermaals door mijn hoofd ging. Een imker al evenmin.

De honingzolders stonden al op de kasten, de bijenvolkjes waren aan het groeien en lijdzaam zag ik toe hoe de bloesems open stonden en hoe de bijen in elk zonverlicht moment hun leven riskeerden om tussen de buien door toch wat nectar binnen te halen. Kleine sukkeltjes toch.

Omdat lijdzaam toezien weinig zin heeft, heb ik dan maar een van die bijentaakjes aangepakt dat al heel lang stond te wachten: was smelten.

Was is nog één van de zotte bijenproducten...


Jonge werksterbijen zweten was via hun wasklieren. Die semi-vloeibare was wordt van de waszwetende bij over genomen door collega's die rond haar hangen en zo doorgegeven tot ze iets harder maar nog altijd kneedbaar is, om er zo'n perfecte zeshoek mee te maken. In die zeshoekige vormpjes stockeren de bijen honing en stuifmeel, maar het is ook de plaats waar de koningin haar eitjes legt, die daarna larven worden, verpoppen, waarna nieuwe bijen worden geboren.

 Die was geeft één van de typische geuren van een bijenkast en ziet er in het begin wit-gelig uit. Na een aantal jaren wordt de was bruin tot zwart door de vele bijen die erin zijn uitgebroed en om ziektes te vermijden worden de raten gesmolten. Ook de dekseltjes bij de honingoogst kun je smelten.





Maar zo'n pot was zet je niet zomaar op het vuur, dat doe je bijvoorbeeld wel in een stoomwassmelter




 Bij het smelten wordt de was vanzelf gescheiden van de vuile deeltjes.

Het huis had wel wat weg van een sauna, maar na anderhalve dag smelten, hadden we een heel erg plakkerige vloer, een zuiver velleke en 3 goudklompjes was.


Die kan worden hergebruikt om waswafels te gieten, een soort basis waar de bijen hun cellenstructuur driedimensionaal verder opbouwen.

Of om kaarsen te gieten natuurlijk...om die dan aan te steken zodat het zonnetje vanaf nu iedere dag moge schijnen, de biekes veel bloemen mogen vinden en de honingoogst overvloedig moge zijn.



donderdag 22 maart 2012

Klein wonder


Elk volkje heeft zo zijn eigen karakter:
het ene volkje is quasi knuffelbaar
terwijl een ander niet echt blijk geeft van de ijverigheid waarvoor ze normaal symbool staan
een derde kast plakt elk kiertje in zijn kast potdicht met propolis (over dat wonderlijk goedje moet ik het trouwens ooit nog eens hebben)
en dan heb je soms van die volkjes die zo pisnijdig zijn en waarvan je tijdens de winter stilletjes denkt dat, als er dan toch een volkje moet sterven, dit toch wel ‘the one’ mag zijn…
(sssssssst…tegen niemand zeggen…)
intussen heb ik van de buitenkant wel al willen zien dat er in elke kast toch al een beetje leven zit. Dat is nog geen garantie, maar mijn hart maakte toch al een voorbarig sprongetje, zelfs voor die lastpakken.
Maandag heb ik zo’n lastig volkje verplaatst en o wonder, tijdens die verplaatsing is geen enkel bieke ontsnapt. Toen het vlieggat terug open ging, kwamen ze zelfs niet met hun stekende poep eerst naar buiten.
Ik heb daarna nog een half uur vertederd staan kijken…hoe een vroege zonnestraal zo’n klein mormeltje naar buiten provoceerde, hoe dat mormeltje toch wel heel veel moeite deed om zich uit de kast te wurmen, en dat dat te maken had met wat mormeltje in haar pootjes had: een dode bij. Uiteindelijk stond ze klaar voor lancering, met dooie lading en al en een paar seconden later steeg ze vol courage op om haar pakje over de muur van de kloostertuin te droppen, zo ver mogelijk van de kast.

Als die camera nu maar scherp had gesteld, dan had ik er wel tien keer opnieuw naar kunnen kijken…
Op zo’n moment kun je je echt niet voorstellen dat je ze ooit dood hebt gewenst
Morgen -hopelijk- kasten kijken!

donderdag 8 maart 2012

Bzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz

Een stilte van september tot maart, blijkbaar had de imker een winterslaap nodig…
[grote geeuw]
En  de bijen?
Die zitten in wintertros.
Eens alle darren uit de kast zijn gezet, de laatste bloeiers leeg gezogen en de temperaturen een flinke tik gezakt, kruipen alle bijen heel dicht op mekaar, met de koningin in het midden.
De hele dag door is het een gekrioel van jewelste, waarbij de warme binnenste bijen naar de buitenkant wriemelen, daar wat honing halen uit hun zeshoekige voorraadkastjes, afkoelen, maar door de honing weer energie krijgen om nog meer te wriemelen. Zo wriemelen ze zich warm en wordt de rest van de tros mee warm gewriemeld.
Je zou het er zelf bijna warm van krijgen.
Tijdens die winterperiode komen de bijen niet of amper buiten, en blijven ook de achterlijfsegmenten stevig op elkaar om de kast niet te bevuilen (u leest het goed: een paar maanden geen bezoekjes aan de grote wc).
Je zou voor minder blij zijn dat het lente wordt.
Ondertussen is het voor de imker een van de spannendste momenten van het jaar: hoeveel volkjes hebben de winter overleefd? En in welke staat? Nog even aftellen tot de eerste warme dagen voor de voorjaarscontrole.
Maar vrijdag heb ik de eerste bloeiende boom gezien en  zaterdag zag Marijn de eerste verdwaalde bij…
…na lente