woensdag 7 september 2011

Septemberzwerm?!

Als de tot nu toe ietwat onzichtbare imker van Apicula heb ik net enkele bewogen (bijen)dagen achter de rug; Liesbeth zit voor enkele dagen in het buitenland en ik ging nog wat bijentaakjes afwerken. Zondag leek alles in het begin nog netjes volgens plan te verlopen: de bijen hadden de laatste geslingerde honingzolders netjes uitgelikt dus kon ik ze zonder problemen ophalen en het hele handeltje goed ingepakt stockeren bij vrienden met wat meer plaats. Thuis gaan er nog enkele potjes honing de deur uit en rond een uur of zes ligt een rustige zondagavond in het verschiet. Tot de telefoon gaat…ZWERMALARM... er is een zwerm gesignaleerd aan de vensterbank van een appartementsgebouw in de Patijntjestraat.



Het zwermpje, de voorbereiding en hulp van de zwermvinder Andreas en het zwerm 'scheppen'

Een zwerm is nu niet meteen wat een imker verwacht in september. Juni is de zwermmaand, in juli kan het gebeuren dat je er per uitzondering nog eentje mag gaan scheppen maar vanaf half augustus slaapt de imker al lang op zijn twee oren. Er valt maar weinig voedsel meer te rapen, de koningin gaat in een trager tempo eitjes leggen , het mannelijk deel van de bijenpopulatie wordt afgeslacht en de eerste winterbijen worden geboren. Allemaal signalen dat de de bijen zich voorbereiden op de winter.

Maar hier had een over optimistisch volkje dus toch nog de (over)moed gehad zich in twee te splitsen. Een groot risico, aangezien de tijd om nog een nieuw huis op te bouwen met raten, honing èn winterbijen wel heel kort, zoniet onmogelijk dreigt te worden.

Al deze bedenkingen schieten me door het hoofd tot ik besef dat ik maar beter de fietskar vol kan laden en vertrekken. Het is al valavond wanneer ik de patijntjestraat bereik. Een klein bolvormig zwermpje hangt er aan de vensterbank. Mijn kennis van ‘zwermen scheppen’ is uitsluitend theoretisch, maar theorie en praktijk lijken vrij goed in mekaar over te gaan, alleen duurt het –volgens aloud bijenadagio- wat langer dan gedacht. Met een dikke rechterhand (yes, indeed) krijg ik ze hermetisch afgesloten. Op weg naar de Vooruit begint het te gieten. Acht etages hoger overschouw ik –hijgend- ‘Ghent by night’ en... blijken het dak van twee kasten ernaast te liggen in plaats van erop. Hoge daken vangen veel wind. Ik red wat er te redden valt. De stoere najaarszwermers krijgen een nieuw huisje, al zal dat niet voor heel erg lang zijn.



De nieuwe woonst voor de zwerm (bovenaan) toegevoegd aan een bestaande kast (onderaan) met de krantenpapiermethode



’s Anderendaags voeg ik hen bij een andere kast om die te versterken. Dit gaat volgens het imkersrecept als volgt: neem het deksel van kast 1, plaats één vel krantenpapier in de plaats en zet kast 2 erbovenop. De bijen bijten het papier gaandeweg open, de geur van de inkt zorgt voor voldoende geurverwarring en de twee volken raken mekaar gewoon. De zwakste koningin wordt (meestal vrij snel) geliquideerd. Op hoop van zegen.


Kasten op de Vooruit; vanaf nu beschermd tegen stormweer...


Intussen baart het stormweer me zorgen; voor de zekerheid alle deksels met stenen verzwaard; een verwittigd imker is er twee waard. Apicula is er ook twee waard: binnenkort weer met zijn tweeën aan de slag.